vrijdag 30 september 2016

Ga met mij mee op reis

Op de Haarlemmerdijk liep ik 2 jongens van groep 7 van basisschool De Burght tegen het lijf. Ze begonnen meteen te zingen: ‘Hey juf, heb je even voor mij?’ Een droomscenario; leerlingen van 11 jaar die Fransje Bauer zingen omdat ze zich die herinneren uit de les. 

Kennis blijft hangen als het in een liedje wordt gegoten. Okee, ik geef toe, de woorden waren anders, want het ging over het canonvenster De Buitenhuizen en de eerste zin had moeten zijn: ‘Ga met mij mee op reis’ (ja la lai la la la).

Maar eerlijk is eerlijk, het origineel van Frans B. hadden we ook behandeld. En ze wisten nog dat het over stinkende grachten en trekschuiten en de Vecht ging. Wat wil je nog meer? Mijn dag was goed.

Verhalenfabriek heeft de Nederlandse geschiedenis in bekende meezingers gegoten: van Bauer tot de Beatles & en van Shaffy tot Sinterklaas.

Wat is jouw favoriete venster uit de canon van Nederland?
En waarom? Geef je reactie hieronder, dan maak je kans op een exemplaar van onze liedbundel. Ik ben heel benieuwd!

vrijdag 9 september 2016

Excellente opbrengsten


Zelf kom ik veel op scholen en werk dan langere, maar vaker kortere tijd met kinderen. Als ik in de klas kom, dan is het altijd leuk. Weliswaar ben ik altijd met taal bezig, alleen de kinderen merken dit niet.

Allereerst ben ik een vreemde (juf) en die ogen dwingen. Daarnaast is het anders dan dat ze gewend zijn. Omdat ik verhalen vertel, hangen ze aan je lippen. Het werkt altijd en zo moeilijk is dat niet; elk mens vindt nieuwe dingen interessant en spannend en kinderen zijn van nature geneigd dit ook leuk te vinden. Wat een respect heb ik dan ook voor die leerkrachten, die jaarlijks 200 dagen of in deeltijd een groot deel daarvan voor eenzelfde groep staan. Ik vind mezelf best leuk, maar ik weet ook wel dat dit er op een gegeven moment een beetje afgaat. Vroeg of laat gaan de kinderen aan je wennen word je toch ‘gewoon’.

Uit ervaring weet ik overigens dat dit niet erg is, je krijgt er namelijk ook wel iets voor terug. Kinderen gaan zich bij je thuis voelen en zich zeker voelen, ze weten wat ze aan je hebben waardoor ze meer van zichzelf laten zien. Dat geeft je de ruimte om goed naar de kinderen te kijken. Zo kun je het maximale uit de kinderen van de groep halen. Het blijft echter een uitdaging om continue de aandacht van de kinderen vast te houden. Allereerst kun je je afvragen of dit moet. Een voorbeeld:

In groep 8 van een school waar ik regelmatig inval zit een jongen, die vorig jaar in groep 7 het hele jaar in het buitenland is geweest. Zijn vader deed als arts een uitwisseling. De jongen, Mischa, is daar wel naar een lokale school geweest maar hij heeft niet zoveel extra geleerd op die school. Hij zat qua niveau al ruim op eind groep 7. Bij terugkomst bleek dit ook, hij had een hele hoge CITO-score met een VWO advies. Stiekem dacht ik, wat een mazzel dat hij er een jaar tussenuit is geweest, hadden we hem die extra uitdaging kunnen bieden, hadden we zijn niveau nog verder kunnen opkrikken? 

Uiteraard wil je met dit soort leerlingen verbreden en verdiepen. Maar als in een groep van 26 kinderen er al vijf van dit kaliber hebt zitten, heb je dan tijd om iedereen individueel aan het werk te zetten? Of is het slimmer om de kracht van deze kinderen in te zetten bij het behalen van hogere opbrengsten voor de hele klas? Zelf geloof ik in het laatste. Zet de kennis en de kunde van briljante leerlingen in om meer opbrengsten te genereren voor de hele klas. Op die manier profiteren alle leerlingen in de klas van elkaars kwaliteiten. Excellente leerling trots en in ontwikkeling, leerkracht blij, en de andere leerlingen veel geleerd van een leeftijdsgenoot! 
Meer praktijkvoorbeelden vind je hier

zondag 4 september 2016

Leestas


Als ik naar school fiets hangt er altijd een leestas aan mijn stuur. Onhandig fietsen, dat wel, maar dat valt in het niet bij het plezier dat de leerlingen er van hebben. 

Ik stop er van alles in; Duckies, Topmodel, puzzelboekjes, Jan, Jans & de kinderen, Ajax-krantjes (sorry 010), de krant, een ARTIS-magazine, een paar boeken (!); bijvoorbeeld het ‘Dagboek van Anne Frank of  ‘Het grote Heldenboek’, een Geronimo en een Dolfje. En laatst ook een kopie van een liefdesbrief van mijn opa aan mijn oma. 

’s Middags beginnen we met 20 minuten lezen en de kinderen mogen dan iets uit de leestas kiezen. Met ogen dicht, gewoon iets pakken. Dat ga je lezen en als je het niets vindt, geef je het aan een klasgenootje waarvan je weet dat hij of zij het wel leuk vindt.  Zelf ga ik ook zitten lezen (Juf, wat lees je? Vertel ik straks!). Om daarna nog een hoofdstuk uit mijn eigen boek (toevallig een heel leuk boek voor deze groep) voor te lezen. Zien lezen doet lezen! En: lezen is lezen, dus je kunt ook een Kuifje pakken. Wat maakt het uit. De sfeer in de klas is heerlijk tijdens die 20 minuten want je mag ook onder je tafel lezen, of languit, of op je tafel met je voeten op je stoel. Readers are Leaders, tenslotte.