‘Juf,
hoe kan dat? Waar komen die woorden vandaan, je hebt toch geen boek?’. Dit roepen
de leerlingen aan wie ik een verhaal vertel. Kinderen kunnen vaak niet geloven
dat verhalen gewoon in je zitten. En dat ze het zelf ook kunnen, een verhaal
vertellen zonder boek, gewoon uit het hoofd.
Bij
de onder- en middenbouw neem ik vaak mijn verhalenkoffer mee. Deze heb ik ooit
gevonden bij het vuilnis op straat, maar hij was nog zo mooi. En nu heb ik er
iedere dag plezier van. Er zit helemaal niets in, in die koffer. En toch zit
hij stampvol verhalen. Zodra ik het deksel opendoe, vliegen de verhalen door
het klaslokaal. Het enige dat de leerlingen hoeven doen is er eentje (of twee)
uit de lucht te plukken en stevig in hun vuist te houden. Ik luister dan bij
een aantal kinderen ‘aan hun vuist’ om te horen welk verhaal ze hebben
gevangen. En dan hoor ik de hele dag: ‘Juf, kun je mijn verhaal nu vertellen,
wat ik heb gevangen?’
Het
werkt geweldig en zo’n verhaal aan het begin van de dag fungeert als landingsgestel;
even binnenkomen na de drukke route naar school (wekker, opstaan, ontbijten,
tandenpoetsen, fietsen, snel, vlug). En niet alleen voor je leerlingen, ook bij
een vergadering, overleg of ouderavond. Start eens met een verhaal! Is een
beetje vreemd, en ook spannend, maar de landing wordt meteen ingezet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten