Vreemde rare tijden zijn het. Gelukkig hebben we de cruciale leerkrachten die hun stinkende best doen elke dag fijne lessen voor hun leerlingen online te zetten.
Maar wat kun je als ouder nu extra doen in deze corona-tijden?
Lezen (en voorlezen) is de beste manier om woordenschat op te bouwen en woordenschat is de basis, ook voor rekenen!
1. Blijf voorlezen, ook al zitten ze al in groep 8!
En liefst nog langer, zolang ze het leuk vinden (sommige kinderen vinden het echt heel lang leuk, ook al denken wij van niet). Laat kinderen ook af en toe een stukje voorlezen uit hun favoriete boek.
2. Lees voor op een vast tijdstip
Zoveel mogelijk. Een vast moment is duidelijk, kinderen kunnen zich er op verheugen en er is minder kans dat je het vergeet.
3. Lees om-en-om
Jij een stukje en je kind een stukje. Zo blijven alle partijen actief betrokken en maak je leesmeters. Kies ook af en toe een gedicht uit om voor te lezen, als je van gedichten houdt. Of als je een dichter bent.
4. Lees hetzelfde boek gerust twee keer
Als kinderen er om vragen, waarom niet? Sommige boeken verdienen het ook om 2x gelezen te worden. Je ontdekt dan weer andere dingen en nog meer nieuwe woorden. Kies als vader/moeder/broer/zus ook eens een boek uit dat je zelf vroeger zo mooi vond, of een boek dat aan jou is voorgelezen.
5. Loop vooruit
Op de gebeurtenissen. Bespreek samen wat jullie denken dat er gaat gebeuren bij een spannend, mooi of grappig stukje.
6. Geef woorden cadeau
Als je 15 minuten per dag voorleest, leert een kind gemiddeld al zo’n 1000 nieuwe woorden per jaar erbij. Hoe mooi is dat; alleen door een leuk verhaal voor te lezen. Als leerkracht bereik je dat dus in één keer bij zo’n 25 leerlingen tegelijkertijd.
7. Voorleesvaders
Vaders en moeders lezen allebei op hun eigen unieke wijze voor en zijn dus allebei nodig om voorlezen tot een feest te maken! Alleen moeders doen het vaker, er zijn minder vaders als lees-rolmodel. Dus ben je vader? Jouw stijl (meer volwassen toon, moeilijkere woorden en het verzinnen van verhaallijnen) werkt voor je kind!
7. Voorleesvaders
Vaders en moeders lezen allebei op hun eigen unieke wijze voor en zijn dus allebei nodig om voorlezen tot een feest te maken! Alleen moeders doen het vaker, er zijn minder vaders als lees-rolmodel. Dus ben je vader? Jouw stijl (meer volwassen toon, moeilijkere woorden en het verzinnen van verhaallijnen) werkt voor je kind!
8. Neem altijd een boek mee
Of een tijdschrift, of een e-reader. Dan kun je overal en altijd voorlezen of samen lezen; als je even moet wachten ergens (gebeurt in deze vreemde tijden niet zo vaak) of voor op een bankje in de zon. Voorlezen hoeft niet per se uit een boek; mag ook uit een tijdschrift zijn, een recept, een songtekst, een gebruiksaanwijzing, stripverhaal, een krantenartikel. Voor als je geen zin hebt in een boek.
Of een tijdschrift, of een e-reader. Dan kun je overal en altijd voorlezen of samen lezen; als je even moet wachten ergens (gebeurt in deze vreemde tijden niet zo vaak) of voor op een bankje in de zon. Voorlezen hoeft niet per se uit een boek; mag ook uit een tijdschrift zijn, een recept, een songtekst, een gebruiksaanwijzing, stripverhaal, een krantenartikel. Voor als je geen zin hebt in een boek.
9. Voorleesmoeders
Moeders lezen vaker voor met verschillende stemmetjes en gebaren, gaan vaker (dan vaders) met hun kinderen naar de bieb of boekwinkel en lezen vaker in het bijzijn van hun kinderen. Dus ben je moeder? Ga hier vooral mee door!
10. Val gerust in slaap
Als je voorleest vlak voor het slapengaan, wees dan niet beledigd als kind in slaap valt. Dat gun je ze juist; in slaap vallen met de woorden van je favoriete boek, voorgelezen door je favoriete voorlezer. Samen in slaap vallen is nog mooier!
Hoe fijn is het om straks, als we samen deze tijd hebben doorstaan, tegen elkaar te kunnen zeggen: ‘O ja, weet je nog, toen hadden we zoveel tijd om te lezen!’
Zorg goed voor jezelf en voor elkaar en vergeet niet: Readers are Leaders
Geen opmerkingen:
Een reactie posten