donderdag 26 maart 2015

Ben ik zo creatief?

Van collega-leerkrachten krijg ik complimenten dat ze me creatief vinden. Deze collega's hebben dan een les van me meegemaakt of hebben van de kinderen gehoord hoe veel plezier ze hebben gehad. Dat vind ik natuurlijk heel leuk, want ik ben net als ieder ander mens gek op complimentjes. Ik zeg dan altijd dank je wel en geniet van het feit dat ze mij zo bijzonder vinden. Maar zal ik je een geheim vertellen...

Ik ben helemaal niet zo creatief of laat ik het anders zeggen, niet veel creatiever dan andere leerkrachten die ik ken. Voor iedereen is het mogelijk lessen zo aan te passen dat het meestal feest in de klas lijkt en dat kinderen geïnspireerd een hele dag leren. Hiervoor heb ik een methodiek ontwikkeld die ik op alle lessen toepas. Dit leidt ertoe dat er veel meer lessen ontstaan die door kinderen leuk gevonden worden. Dit heeft niets te maken met creativiteit, meer met gewoon doen. En accepteren dat sommige dingen misschien nooit heel leuk worden.

De methodiek (T-A-V-E-N) die ik gebruik is als volgt:

Thematiseren: zoek een verhaal dat aansluit op de leerdoelen van jouw les. Wil je dat kinderen een bepaald onderwerp leren, zoek dan met behulp van Google of in je bibliotheek, je eigen ervaring of de actualiteit.

Actualiseren: haal het thema naar de belevingswereld van kinderen. Ik heb bijvoorbeeld een les over Michiel de Ruyter. Ik heb uitgezocht wat Michieltje deed toen hij zo oud was als de kinderen van groep 6-7 (hij klom toen buitenlangs naar het gouden haantje van de kerktoren van Middelburg). Nu wil ik de leerlingen niet aanraden dit ook te doen, maar zijn moed inspireert kinderen wel.

Voorbereiden: ondersteunend materiaal gebruiken. Heb je een digibord in de klas; oh wat een geluk! Allemaal interessante mensen en clipjes zijn daar te vinden die verhalen veel leuker kunnen vertellen dan ik dat kan (niet verder vertellen hoor!). Geen digibord, dan is er in tijdschriften, kranten, reisgidsen en songteksten materiaal te vinden om je verhaal te ondersteunen.

Ervaren: laat kinderen zelf kort samenvatten en vertellen wat ze hebben geleerd, laat ze werken met de stof. Kinderen vinden het leuk om kort gezamenlijk de les te evalueren. Vaak is een kind beter in staat om aan een leeftijdgenoot die het nog niet zo goed begrijpt uit te leggen hoe iets werkt. Maar ervaren is natuurlijk ook gewoon museumbezoek, gymles etc.

Nabespreken: d.m.v. controlevragen, quiz en presentaties: zorg dat het geleerde bewust wordt gereproduceerd en laat kinderen waar het kan zelf vragen opstellen. 

Het leuke van de aanpak is dat in deze vorm taal, rekenen, geschiedenis, aardrijkskunde, maar ook gymlessen en andere vakken aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Hierdoor krijgen leerlingen ook inzicht in de toepassing van deze vakken, in plaats van enkel en alleen het leren van de feiten. Zo is er meer plezier in het leren. Niets creatief, meer een kwestie van steeds maar weer doen.

In het begin zal het je iets meer tijd kosten. Echter, na een paar maanden kost het je minder tijd omdat: 
  • minder hoeft te differentiëren tijdens de instructie omdat een thema beeldender is en daardoor meer kinderen aanspreekt
  • leerlingen via hun interesses en motivatie bij gaan dragen aan de lessen. Hun voorbereiding kan je gebruiken om lesstof aan te hangen
  • je bent niet meer alleen verantwoordelijk voor het proces en het resultaat. 

Wil je dit ook kunnen?
Koop dan ons boek of kom naar de cursus.

Ik ben benieuwd naar jouw reactie. Alle reacties krijgen gratis een Michiel de Ruyter lespakket voor de eigen groep toegestuurd. Wel even zorgen dat kinderen uit jouw klas niet in de hoogste toren van de stad gaan klimmen....

1 opmerking:

  1. Wat een handig ezelsbruggetje! Die neem ik mee in het voorbereiden van omze komende projecten... We proberen voorzichtig een eerste start te maken om methodelessen gedeeltelijk los te laten en meer aan te sluiten bij de kinderen, dus dit komt als geroepen hihihi...

    BeantwoordenVerwijderen